Het sprookje van de kunstenaar en de bosdieren

Er was eens een kunstenaar die leefde in een groot bos. Het stond vol beuken, kastanjes, dennen en nóg wel honderd soorten bomen, struiken en planten. Hij voelde zich rijk tussen de krachtige, statige bomen, de geurige bosplanten en natuurlijk de bosdieren. Zij waren allemaal zijn vrienden.

Er was eens een kunstenaar die leefde in een groot bos. Het stond vol beuken, kastanjes, dennen en nóg wel honderd soorten bomen, struiken en planten. Hij voelde zich rijk tussen de krachtige, statige bomen, de geurige bosplanten en natuurlijk de bosdieren. Zij waren allemaal zijn vrienden.  

Tijdens zijn wandelingen door het bos liep hij vaak te dromen, hoorde de vogels fluiten en zag de eekhoorntjes achter elkaar aanjagen. En soms keek de kunstenaar nieuwsgierig in het rond, op zoek naar dode bomen om in te kunnen beeldhouwen. Of hij zocht naar mooi gevormde takken of stukken schors waar hij beesten in zag. Met verf bracht hij in die takken nog meer leven en ook díe bosbeesten waren hem erg dierbaar. Een van zijn beeldhouwwerken was 'Man omhelst boom'. Een in een dode den uitgehakte grote man die zich innig verbonden voelt met deze boom en daarmee met het hele bos. Zo stond de kunstenaar stil bij zijn liefde voor de natuur.

Hij maakte veel, mooi beschilderde, bijzondere Bosbeesten. Aan de rand van het bos stond een blokhut. Als de Bosbeesten klaar waren zette hij ze daar neer. Mensen uit het dorp haalden ze op en gaven ze een speciaal plekje in hun huizen. Zo voelden zij zich ook verbonden met het bos. Telkens als ze de Bosbeesten ophaalden lieten ze eten achter voor de kunstenaar. De geurigste broden, rijkgevulde stoofpotjes en soms een heerlijke taart vond hij telkens weer. Dat was fijn. Maar nog nooit had hij iemand uit het dorp ontmoet en dat stemde hem droevig. 

Hij kende wel alle bosdieren. Met hen kletste en stoeide hij. Samen zochten ze naar de beste takken en de zachtste mosjes om de nesten en holen voor de dieren te bouwen. De mieren en de vos, de vogels, de wormen, alle torretjes, iedereen hielp elkaar.

Op een dag stormde het zo hard dat alle bomen rondom het huis van de kunstenaar omwaaiden. Hij kon zijn huis niet meer uit. 

Toen de mensen uit het dorp geen nieuwe Bosbeesten meer vonden in de blokhut vroegen ze zich af wat er aan de hand was. Ze zagen dat de dieren uit het bos erg onrustig waren. Konijnen, eekhoorns, ook mollen en ja, zelfs de vos liet zich zien. De vogels vlogen in vreemde boogjes boven de mensen. De paniekerige geluiden die de dieren maakten hadden ze nog nooit gehoord. 

Het was duidelijk, de dorpelingen moesten meekomen. Ze namen rugzakken vol eten en drinken mee en liepen het bos in. De vos ging voorop, gevolgd door de hazen, de sprinkhanen, de merels en alle andere dieren. Ze leidden de mensen naar het midden van het bos. Daar zagen ze de omgewaaide bomen liggen rond het huis van de kunstenaar. Meteen sleepten ze alle boomstammen weg en de kunstenaar kwam uit zijn huis. 

Van blijdschap viel hij iedereen in de armen en bedankte hen allemaal. Eindelijk ontmoetten ze elkaar. Het eten en drinken werd neergezet en samen genoten ze, tot laat in de avond, van een heerlijk maal. 

En de dieren? Die mengden zich in de gesprekken, zaten op knieën of schouders. Ze zagen dat het goed was en waren blij voor henzelf en voor hun vriend de kunstenaar.

Vogelpraat, een goed gesprek

Linosnede


Het sprookje van de kunstenaar en de bosdieren is speciaal geschreven voor de tentoonstelling Bijzondere beesten uit het bos in Huis73/de bieb in Perron3 in Rosmalen. De tentoonstelling is van 18 mei t/m 13 juli 2024.